1 op 20 werknemers ruilt bedrijfswagen in voor federaal mobiliteitsbudget
Een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar, Brussel is koploper
13 februari 2025

- SD Worx ziet een verdubbeling in 2024 ten opzichte van het jaar ervoor van werknemers die kiezen voor het mobiliteitsbudget in plaats van een bedrijfswagen: al blijft het een minderheid van 0,85% van de werknemers in de privésector. De stijging doet zich voor bij alle leeftijden, maar is het grootst bij de 30-35-jarigen.
- Een op de zeven Brusselse werknemers ruilt wagen in voor het federaal mobiliteitsbudget (13,5%); in Vlaanderen blijft het succes beperkt tot een op zeventwintig (3,7%) en in Wallonië tot 2,5%: daar kiest een op veertig Waalse werknemers met bedrijfswagen voor het federaal mobiliteitsbudget.
- Een belangrijke reden van deze groei is de verdubbeling van het aandeel werkgevers op twee jaar tijd die het mobiliteitsbudget willen aanbieden aan hun personeel.
- De nieuwe regering wil het mobiliteitsbudget breder inzetten
1 op 20 werknemers met een bedrijfswagen (5,2%) ruilde in 2024 hun wagen in voor een mobiliteitsbduget. Vorig jaar was dit de helft. Met het federale mobiliteitsbudget ruilen medewerkers hun (recht op een) bedrijfswagen in voor een budget, waarmee ze zelf hun mobiliteit duurzaam invullen. Voorlopig gaat het enkel over bedienden met een bedrijfswagen. Gezien de beperkte absolute aantallen, blijft het mobiliteitsbudget een differentiator in de war for talent. Brusselse werkgevers zijn koploper. Het totaal aandeel werknemers met een mobiliteitsbudget bedraagt 0,85%: dat betekent dat één op 120 werknemers. Dat blijkt op basis van de analyse van SD Worx bij meer dan 37.000 werkgevers en meer dan 1,1 miljoen werknemers.

“De nieuwe regering wil het MOB een extra duw in de rug geven: daarom zullen werkgevers het voortaan systematisch moeten aanbieden aan wie recht heeft op een bedrijfswagen. Nu kan een werkgever nog kiezen of en aan wie hij het mobiliteitsbudget aanbiedt. Die keuzevrijheid voor de werkgever wordt een ‘moeten’, al zal de werknemer nog altijd de keuze hebben om al dan niet in te stappen in het mobiliteitsbudget.”
Brusselse werkgevers blijven koplopers
Grosso modo constateert SD Worx bij de werkgevers die het federaal mobiliteitsbudget aanbieden een verdubbeling op twee jaar tijd. De Vlaamse werkgevers zijn in de meerderheid (58%), maar als je rekening houdt met het aantal werkgevers per regio, dan omarmen de Brusselse werkgevers het snelst het mobiliteitsbudget: meer dan één op twintig Brusselse werkgevers (5%) heeft het ondertussen ingevoerd.
- 5% van de Brusselse werkgevers in 2024, terwijl dit twee jaar geleden (in 2022) de helft was (2,6%).
- 1,6% van de Vlaamse werkgevers (vorig jaar 1,0% en in 2022 0,7%). Vlaams-Brabant ligt hier aan kop (met 3,8%; vorig jaar 2,6%). Werkgevers in West-Vlaanderen en Limburg vinden het minst hun weg naar het MOB (met resp. 0,9% en 1%). Werkgevers in Oost-Vlaanderen en Antwerpen zitten er tussen in, met resp. 1,5% en 1,2% van de werkgevers in die regio.
- 1,2% van de Waalse werkgevers (tov 0,8% in 2023 en 0,5% in 2022); Waals-Brabant ligt aan kop met 3,5% (2,4% vorig jaar).
SD Worx stelt op provinciaal niveau vast dat -naast Brusselse werkgevers- ook werkgevers aan de rand van Brussel, zoals Vlaams-Brabant en Waals-Brabant op kop liggen, met respectievelijk 3,8% en 3,5%.
Welke sectoren zijn de koplopers?
TOP 4 Sectoren waar de werkgevers het goede voorbeeld geven:
- ICT (ontwerpen en programmeren software): 9%
- Reclame en marktonderzoek: 7%
- Activiteiten van hoofdkantoren, bedienden: 6%
- Architecten en ingenieurs (4%)
Vandaag meest bij kmo, maar … hoe groter de organisatie, hoe meer kans op mobiliteitsbudget
85% van de werkgevers met een mobiliteitsbudget zijn kmo’s (tot 250 werknemers). Maar als je rekening houdt met het aantal bedrijven dan heeft het mobiliteitsbudget- relatief gezien- het meest succes bij de grootste organisaties. Zo heeft bv. bij de organisaties met 100 - 250 werknemers een op tien werkgevers een mobiliteitsbudget (of 10%). In organisaties met meer dan 1.000 werknemers verdubbelt de kans: een kwart (vorig jaar 13%) heeft daar het mobiliteitsbudget al ingevoerd. In het algemeen geldt: “hoe groter, hoe meer kans dat een werkgever het mobiliteitsbudget kan aanbieden.”
“Vandaag heeft het bestaande MOB veel minder succes bij de kleinste kmo’s. Enerzijds is dit te verklaren door het hoge aandeel functiewagens (nodig voor de job), anderzijds mag je het belang van administratieve eenvoud niet onderschatten. Het huidige systeem kent nog een marge voor verbetering. De grootte van het mobiliteitsbudget evolueert bijvoorbeeld niet automatisch mee met een aanpassing van het bedrijfswagenbudget”, besluit Veerle Michiels van SD Worx.
Mediaanbedrag €7.800 EUR in 2024
Het mediaanbedrag dat werknemers met een mobiliteitsbudget in 2024 ontvingen, was €7.800. Het mobiliteitsbudget moet absolute grenzen respecteren. Voor 2023 was dat minimum €3.000 en maximum €16.000. Vanaf 2024 worden deze grenzen geïndexeerd. Voor 2024 bedroeg de ondergrens €3.055 en de absolute bovengrens €16.293. Voor 2025 wordt dit respectievelijk €3.164 en €16.875. De omvang van het mobiliteitsbudget wordt bepaald door de totale werkgeverskost, verbonden aan de bedrijfswagen die men opgeeft. Het wordt vastgelegd bij de instap in het mobiliteitsbudget en wijzigt nadien in principe enkel nog bij een eventuele overstap naar een functie, waaraan een andere wagencategorie gekoppeld is.. Werkgevers baseerden zich initieel vaak op het leasebudget van de wagens. Vanaf 2024 gelden er specifieke formules voor de bepaling van het mobiliteitsbudget.